a u m r & C h i n o n
Tussen Angers en Tours liggen de stadjes Saumur en Chinon aan de Loire. Ze liggen op een steenworp van elkaar maar doordat ze net aan een scheidingslijn liggen, horen ze elk bji een andere subregio in de Loire. Saumer is deel van Anjou-Saumur en Chinon van Tourraine. Deze streek staat vooral bekend voor de cabernet franc en chenin blanc. En hoewel de twee stadjes vlakbij elkaar liggen, hebben ze elk toch een andere ondergrond.
In Saumur staan de wijngaarden op tuffeau, poreus kalksteen waar ook de wijnkelders uit gehouwen zijn. Onder Saumur ligt er ongeveer 200 kilometer aan kelders in de zachte ondergrond. Deze bodem, dat als een spons werkt, is heel dankbaar omdat van heel de Loire-streek het minste regen valt.
Chinon is bekender voor de rode wijnen. De ondergrond hier varieert hier tussen zand, wat vrij lichte minder interessante wijnen oplevert, naar grind en ook kalksteen.
Zowel de rode als de witte wijnen hebben het potentieel om lang te houden. Cabernet franc zijn sterk gestructureerde wijnen met genoeg tannine om nog jaren in de kelder te laten liggen, zeker als ze opvoeding in vaten gekregen hebben. Dan komt ook de kwaliteit van cabernet franc bovendrijven. Bij jonge wijnen die enkel inox gezien hebben is vaak enkel het fruit dominant waardoor het vaak wat simpel en (te) licht bevonden wordt. Chenin blanc is dankzij zijn hoge zuren ook zeer lang houdbaar en kan een hele tijd evolueren wat complexe en interessante wijn opevert.
Naast deze stille wijnen is er ook nog uitstekende crémant de Loire te vinden. Hier wordt deze uiteraard van chenin blanc gemaakt wat heel frisse schuimwijnen oplevert. De meeste domeinen passen méthode traditonnelle toe waarbij drie jaar sur lattes (rijping in fles op fijne gistcellen) zeker geen utizondering is. Hierdoor kan de kwaliteit zeker naast champagne gezet worden.