De Rhônevallei dankt haar naam aan de gelijknamige rivier die zich over een lengte van zo’n 200 kilometer door dit uitgestrekte wijngebied slingert. De streek is verdeeld in twee duidelijk onderscheiden zones: de noordelijke en de zuidelijke Côtes du Rhône. Beide delen hebben hun eigen karakter, gekenmerkt door verschillen in druivensoorten, wijnproductie, bodemsoorten en klimaat.
Het noordelijke deel van de Rhônevallei, een van de oudste wijnregio’s van Frankrijk, strekt zich over 65 kilometer uit van Vienne tot Valence. Hier vind je een bijna ononderbroken keten van wijngaarden die behoren tot bekende herkomstbenamingen zoals Côte-Rôtie, Condrieu, Château Grillet, Saint-Joseph, Cornas en Saint-Péray. Deze wijngaarden, aangelegd op terrassen tegen steile hellingen, strekken zich uit tot aan de rivier aan de westkant, terwijl de wijngaarden Hermitage en Crozes-Hermitage langs de oostelijke oever liggen.
Het klimaat in dit gebied is continentaal, met warme, zonnige zomers en strenge winters. De bodem bestaat voornamelijk uit graniet en leisteen, met slechts een dunne laag aarde erbovenop.
De rode wijnen van de noordelijke Rhône worden uitsluitend gemaakt van syrah, een druivensoort die krachtige, tanninerijke wijnen voortbrengt met een diepe kleur. Deze wijnen hebben een groot bewaarpotentieel. Voor witte wijnen worden hier zeldzame druivensoorten gebruikt, zoals viognier, roussanne en marsanne, die unieke en karaktervolle witte wijnen opleveren.
In de Rhônevallei dragen de wijnen, zoals in veel Franse regio’s, de naam van hun herkomst. Er is echter geen sprake van een strikt classificatiesysteem, wat bijdraagt aan de diversiteit en veelzijdigheid van deze beroemde wijnstreek.