Oliver Zeter – Z – 2020

De druiven van de drie druivenrassen cabernet sauvignon, cabernet franc en Syrah komen van oude wijngaarden op verschillende locaties in de Mittelhaardt. De vrij lichte en snel opwarmende bodems met hun met hun kiezellaag bieden ideale omstandigheden voor de teelt.

Opbrengstbeperkende maatregelen, meestal door de helft van de trossen weg te snoeien, in combinatie met de uitstekende klimatologische omstandigheden van het wijnjaar, maakten het mogelijk om een rode wijn met een internationaal karakter te creëren.

De oogst vindt zo laat plaats als het weer en de gezondheid van de druiven toelaten. De druiven worden geoogst in kleine manden van slechts 20 kilo. Vervolgens worden de druiven gekneusd en gisten ze veertien dagen op de schillen. Na het persen wordt de jonge wijn onmiddellijk afgevuld in barriques van Frans eikenhout, waar ook de malolactische gisting plaatsvindt. De wijn rijpt in totaal 12 maanden op hout. Na het bottelen blijft de wijn nog minstens 12 maanden in de fles voordat hij eindelijk in de verkoop gaat.

Hij vertoont intense aroma’s gaande van rijpe wilde veenbessen en bramen tot ingemaakte pruimen, cassis bitterkoekjes en noisette. Het elegante mondgevoel is vol en heeft een nauwkeurig gestructureerde tannine- en zuurgraadstructuur.